Ons geluk stijgt voor het 1st sinds de crisis, maar die laat ook sporen na

19 maart 2022

Delen op

SamenvattingGoed nieuws! Onze geluksscore stijgt voor het eerst sinds de start van de coronacrisis. Dat blijkt uit nieuwe resultaten van het UGent-NN Nationaal Geluksonderzoek dat we in januari en februari afnamen bij 1602 Belgen. De stijging zien we vooral bij jongeren, arbeiders en zelfstandigen. Hun geluk kreeg dan ook een fameuze deuk door de crisis. Toch laat de crisis diepe sporen na op ons mentaal welzijn. We ervaren minder positieve emoties, voelen ons minder energiek en zijn vaker bang dan voorheen. 

In januari en februari 2022 bevroegen UGent en levensverzekeraar NN opnieuw 1602 Belgen over hun geluk. Aangezien de laatste meting dateert van december 2020, waren we enorm benieuwd hoe het verdere verloop van de coronacrisis ons geluk zou beïnvloeden. 

Hierbij de resultaten in een notendop:

  • Ons geluk stijgt voor het eerst sinds de uitbraak van het coronavirus. Voor de coronacrisis was de gemiddelde geluksscore 6,7 op 10. Na de uitbraak daalde die score, met als dieptepunt een score van 6,2 in december 2020. De huidige bevraging toont een statistisch significante maar lichte stijging, met een gemiddelde geluksscore van 6,4 op 10. 
  • Jongeren, arbeiders en zelfstandigen liggen aan de basis van de stijging. Het geluk van jongeren tussen de 18 en 34 jaar stijgt het meeste, van 5,8 op 10 in december 2020 naar 6,3 op 10. Bij andere leeftijdsgroepen blijft de stijging beperkt. Ook de geluksscore van zelfstandigen steeg. Dit is vooral te danken aan hun stijgend gevoel van autonomie en hun hogere werkgeluk. De stijging bij arbeiders is ook groot, maar net zoals bij jongeren komen zij uit een heel diep dal. 
  • Toch hebben enkele onderliggende factoren van ons mentaal welzijn een flinke deuk gekregen door de coronacrisis. Zo ervaren we stelselmatig minder positieve emoties. Deze trend zien we over alle leeftijdsgroepen heen. 
  • Tot slot voelen we ons vaker bang dan voordien. In januari 2022 geeft 22% aan vaak tot altijd bang te zijn, tegenover 11% voor de uitbraak van het coronavirus en 13% op de andere meetmomenten.