Professor Lieven Annemans over het ABC van geluk

15 maart 2018

Delen op

“Zelfs wie niets heeft om te klagen kan nog ongelukkig zijn”

NN en UGent gaan samen op zoek naar wat de Belg gelukkig maakt. Geluksprofessor Lieven Annemans onderzocht de verschillende aspecten die een invloed hebben op ons geluk. Aan het Nationaal Geluksonderzoek namen 3.770 Belgen deel. Een eerste analyse bij 1.600 Belgen die representatief zijn voor de algemene bevolking leverde alvast interessante resultaten op. Professor Annemans verleent ons inzicht in de cijfers.

Professor Annemans, hoe gelukkig is de Belg?
Uit ons onderzoek blijkt dat Belgen zichzelf een 6,6 op 10 geven. Op die schaal staat 0 voor het slechtst mogelijke leven en 10 voor het best mogelijke leven. Kort door de bocht kan je dus stellen dat de gemiddelde Belg slechts matig gelukkig is. Maar interessant is wel dat er enorme uitersten zijn. Een derde van de Belgen geeft zichzelf een 8 op 10 of meer en is dus erg gelukkig. Maar liefst een kwart van de Belgen voelt zich ongelukkig. Die tegenstelling is eigenlijk niet zo goed, want er is aangetoond dat de samenhang in de maatschappij beter is indien er meer mensen dichter bij het gemiddelde zitten.

Op welke domeinen zijn we dan het minst gelukkig?
Onze gezondheid, ons werk, onze relaties en onze financiële situatie wegen het meest door op ons geluk. De gemiddelde Belg is niet zo tevreden met zijn financiële situatie en hoofdactiviteit. Ook met de gezondheid zijn de Belgen minder tevreden. Dat zijn aspecten die prioriteit moeten krijgen om de mensen gelukkiger te maken. Er zijn natuurlijk ook aspecten in het leven die een minder grote invloed hebben. Zo is de Belg niet echt tevreden met zijn seksleven, maar dat heeft volgens ons onderzoek minder impact op het algemene geluksgevoel.

Waarom bent u eigenlijk zo geïnteresseerd in het geluk van de Belgen?
Als gezondheidseconoom deed ik jarenlang onderzoek naar de relatie tussen gezondheid en geld. Tijdens dat onderzoek bleek ook dat gezondheid een sterke invloed heeft op het geluk van de Belgen. Zoals steeds meer economen stelde ik daarom de vraag wat mensen gelukkig maakt. De NN Leerstoel “perspectieven naar een gezond en gelukkig leven” gaf ons de kans om dat onderzoek naar het Belgisch geluk uit te voeren. Wij willen nu uitzoeken wat we kunnen doen om het geluk van de Belgen op te krikken.

Want in een maatschappij waarin mensen gelukkig zijn, krijg je minder agressie, minder criminaliteit en meer respect, en dus ook een betere maatschappij.

 

Heeft uw onderzoek een maatschappelijk doel?
We willen in kaart brengen welke factoren een impact hebben op het geluk van de mensen. Er zijn al veel studies gedaan rond de link tussen bepaalde aspecten van het leven en het geluk. Maar ons onderzoek wil al die puzzelstukken samen leggen. Eenmaal we weten welke factoren een invloed hebben op het geluk, kunnen we aanbevelingen formuleren om het gemiddelde geluk van de Belg te verbeteren. Want in een maatschappij waarin mensen gelukkig zijn, krijg je minder agressie, minder criminaliteit en meer respect, en dus ook een betere maatschappij. We willen niet alleen het geluk in kaart brengen, maar met onze bevindingen ook naar het beleid stappen.

Opvallend is dat senioren gelukkiger zijn dan jongeren. Hoe kan u dat verklaren?
Zestig- en zeventigplussers geven hun geluk inderdaad een score van 7,2 op 10 en zijn dus gemiddeld best tevreden met hun leven. In een aantal studies werd al eens aangetoond dat ouderen gelukkiger waren, maar dat werd door andere studies dan weer tegengesproken. Het feit dat senioren gelukkiger zijn, heeft opnieuw met verschillende aspecten te maken. Ouderen voelen zich mentaal gezonder en hebben hun financiële situatie vaker onder controle. Ze zijn ook meer tevreden met hun relaties en met hun hoofdactiviteit die ze dankzij hun pensioen beter zelf kunnen kiezen.

Je zou nochtans denken dat ouderen vaak eenzaam en dus ongelukkig zijn.
We hebben inderdaad vastgesteld dat ouderen eenzaam zijn, maar jongeren tussen de 20 en de 35 jaar voelen zich nog vaker eenzaam. Dat is toch wel een verrassend resultaat. Waarom millennials zich eenzaam voelen, lijkt me voer voor de sociologen. Wat wij wel vaststellen is dat wie vaker eenzaam is, slechts half zo gelukkig is dan iemand die zich nooit eenzaam voelt. Er zijn natuurlijk ook wel ongelukkige ouderen, maar over het algemeen zijn ze meer tevreden dan de jeugd in verschillende aspecten van het leven, zoals het zogenaamde ABC van het geluk.

Wie uit dat negatief zelfbeeld stapt, krijg meer vertrouwen in zichzelf, durft meer vrijwillige beslissingen nemen en opnieuw relaties aan gaan. En zo maakt het ABC je weer gelukkig.

 

Hoezo, bestaat er een ABC van het geluk?
Jazeker. De A staat voor autonomie, in welke mate men beslissingen kan nemen voor zichzelf. De B, die voor betrokkenheid staat, bekijkt of je omringd bent door mensen die om je geven of je net eenzaam bent. De C staat voor competentie: heb je vertrouwen in de zaken die je doet en dat je die goed kan doen? Er zijn bijvoorbeeld mensen die altijd aan zichzelf twijfelen en weinig zelfvertrouwen hebben. Zij scoren slecht op competenties en durven vaak geen beslissingen nemen, waardoor ze ook op autonomie minder goed scoren.

Kan je zelf aan de slag gaan om je ABC dan te verbeteren?
Psychologen zijn ervan overtuigd dat de mensen weerbaarder en sterker moeten gemaakt worden. Maar sociologen kijken dan eerder naar de maatschappij en hoe die ervoor kan zorgen dat mensen gelukkiger worden. Een persoon kan slecht scoren op het ABC omdat die geen zelfvertrouwen heeft. Maar wie op het werk te maken heeft met een baas die alles in zijn plaats beslist, heeft ook minder autonomie. Het ligt dus niet altijd aan de persoon zelf.

Hoe kan je je eigen ABC dan opkrikken?
Dat kan door jezelf bij wijze van spreken te resetten. Mensen maken vaak de fout om te denken dat ze iets niet goed kunnen. Dat is hen jarenlang meegegeven in hun omgeving. Als iemand je telkens zegt dat je niets kan, ga je dat uiteindelijk geloven. Maar wie uit dat negatief zelfbeeld stapt, krijg meer vertrouwen in zichzelf, durft meer vrijwillige beslissingen nemen en opnieuw relaties aan gaan. En zo maakt het ABC je weer gelukkig. We merken ook dat het ABC meer doorweegt in het privéleven dan op de werkvloer. Eigenlijk vinden mensen het minder erg dat hun baas telkens de beslissingen neemt dan hun partner thuis.

Dus het ABC is hét actieplan om gelukkiger te worden?
Het heeft een belangrijke rol in het algemeen geluk, maar er zijn nog meer facetten die impact hebben. De basiszaken zoals gezondheid en inkomen zijn ook belangrijk. Bij het kwart van de Belgische bevolking dat niet gelukkig is zagen we vijf belangrijke factoren: de drie delen van het ABC, maar ook gezondheid en tevredenheid over de financiële situatie.

Geld maakt gelukkig, maar nog meer geld maakt niet nog gelukkiger.

 

Maakt geld dan toch gelukkig?
Geld maakt gelukkig, maar nog meer geld maakt niet nog gelukkiger. Mensen die het financieel moeilijk hebben zijn duidelijk ongelukkiger. Wanneer het gezinsinkomen stijgt, stijgt ook het gemiddelde geluk. Maar we zien wel dat het gemiddelde geluk weer afvlakt vanaf de grens van 5.000 tot 6.000 euro. Vanaf dan bepalen andere zaken je geluk.

Dus gezinnen met een inkomen van 10.000 euro zijn niet gelukkiger dan gezinnen met een gezamenlijk inkomen van 5.000 euro?
Dat klopt. Dat resultaat wijst op het feit dat men alleen voldoende geld moet hebben. Maar eens dat in orde is, spelen er andere zaken mee die je geluk bepalen en maakt het niet uit of je nog veel meer verdient of niet. Onze theorie is dat geluk wordt bepaald door drie trappen: de eerste trap is een goede gezondheid en financiële situatie, en een degelijk onderkomen. Als daaraan voldaan is, volgt de tweede trap: het ABC. Dus als je gezond en rijk bent, kan je nog ongelukkig zijn omdat je ABC niet goed zit. Indien alle aspecten wel positief zijn, is er nog de derde trap: persoonlijke karakteristieken. Sommige mensen hebben niets om te klagen, en toch zijn ze niet gelukkig. Dat heeft dan te maken met hun (aangeboren of aangeleerde) persoonlijkheid. Zo zijn er mensen die nooit genoeg kunnen hebben. Zij zullen nooit gelukkig zijn, tenzij ze ‘genezen’.

Zo wordt in België wel eens gesteld dat Walen gelukkiger zijn dan Vlamingen.
Maar dat blijkt uit ons onderzoek niet te kloppen. De Vlamingen en de Walen zijn even gelukkig. De Brusselaars iets minder, maar dat verschil is niet zo groot. Natuurlijk heb je wel het culturele verschil. Indien een Vlaming en een Waal allebei een goed inkomen en een goede gezondheid hebben én nog eens goed scoren op het ABC, zal de Waal meer kans maken om gelukkig te zijn dan de Vlaming. Walen zijn gemiddeld genomen misschien gemakkelijker tevreden, terwijl de Vlaming eerder perfectionistisch is.

Indien de gemiddelde Belg met een 6,6 op 10 slechts matig gelukkig is, lijkt er nog veel werk aan de winkel.
Dat klopt, maar ik ben eerder optimistisch. Dankzij ons onderzoek kunnen we bekijken waar we aan moeten werken om aan een gelukkige maatschappij te bouwen. Met de resultaten kunnen we het beleid warm maken om bijvoorbeeld stappen te zetten in het onderwijs of in de gezondheidszorg. Er is ruimte voor verbetering, maar we krijgen steeds meer inzichten om het gemiddelde geluk van de Belgen te verbeteren.

Dankzij ons onderzoek kunnen we bekijken waar we aan moeten werken om aan een gelukkige maatschappij te bouwen.